Tjonge jonge... Wat een vreselijk traag en hemeltergend brok edelkitsch kregen we afgelopen dinsdag voorgeschoteld. We waren natuurlijk gewaarschuwd: een film van Roland Emmerich, daar ga je niet heen voor de inhoud, maar voor het spektakel. En nou: wat een spektakel was het weer. Driekwart van de Unesco werelderfgoedlijst ging weer aan poeier, alsmede zo'n beetje heel Californië en later de rest van de VS. Tussen al dit apocalyptische geweld door waren we getuige van een reeks tenenkrommend pathetische dialoogscènes waarin huilende mensen afscheid namen van hun familie en geliefden. Dit zich almaar herhalende effect had een haast vervreemdende werking, en werd (onbedoeld) absurd en lachwekkend. Het blééf maar doorgaan, er leek maar geen einde aan te komen (de film duurde een forse 2.5 uur)
"Maar de CGI was toch prachtig?!" hoorde ik iemand piepen. Tja, het was best indrukwekkend gedaan, en als je alle tergende dialogen uit de film zou snijden zou je een redelijk overtuigende staalkaart overhouden van wat er tegenwoordig allemaal mogelijk is met de digitale trucendoos. Het moet echter maar weer eens gezegd: als de film ruk is kan je die niet redden met special effects, hoe mooi en 'state of the art' ze ook mogen zijn.
2012 is werkelijk een ramp van een film, niet uit te zitten zo vreselijk.
Snel vergeten maar, deze rotzooi.
Een 2