Ogenschijnlijk kleine, eenvoudige film die complexe, grote thema's behandelt. Clint Eastwood schittert als Walt Kowalski, de oude, nurkse, conservatieve buurman van een Aziatische familie die het aan de stok krijgt met een buurtbende. De oude knorrepot opent zijn hart voor de twee jonge leden van de familie en red daarmee uiteindelijk zichzelf. Zijn gedesillusioneerde visie op het moderne Amerika en zijn harde cynisme worden enigszins getemperd en hij krijgt weer hoop door de Aziatische jongen, die hij inmiddels als een zoon is gaan beschouwen (met zijn eigen zoons heeft hij een slechte band) te helpen op het rechte pad te blijven.
Dit alles klinkt weliswaar vrij stichtelijk, en in de handen van iemand minder dan Eastwood had het dan ook een vrij kleffe aangelegenheid kunnen worden. Echter, de afgepaste stijl, die we van Eastwood kennen, en met name de humor waarmee het verhaal wordt verteld zorgen ervoor dat de film tot het einde lichtvoetig en fris blijft.
In de rol van Walt Kowalski komt Clint als personage eigenlijk full circle. Hij lijkt zich terdege bewust van het cliché dat aan hem kleeft en speelt daar op fenomenale wijze op in.
Gran Torino is een genot.
Een 9.
En:
Niemand, maar dan ook NIEMAND stopt Clint Eastwood in een bejaardentehuis! Als die machtige gelooide kop je vernietigend aankijkt, berg je dan maar!